Ontwaken

Een mooie zonnige dag eind februari

waarop de natuur duidelijk aangeeft dat

het voorjaar in aantocht is. Als ik ’s ochtends

naar buiten stap, dan hoor ik een

lachende groene specht, maar ik zie de

groengele vogel niet. Het gebeurt regelmatig

dat hij mij eerder ziet dan ik hem en

dan vliegt hij verschrikt op, ondertussen

luid lachend. Ook andere vogels laten van

zich horen en zingen luidkeels door elkaar

heen. Een lijster fluit in een boomtop zijn

uit verschillende strofen bestaande lied,

een merel zingt tegen hem op. Ik hoor een

roodborst, winterkoning, koolmezen, pimpelmezen,

matkoppen. Het vogelconcert

maakt me blij, het doet het gevoel van

voorjaar in me ontwaken.

Ik ga op weg naar het dichtstbijzijnde

stadje Saint Céré om daar te trainen met

mijn loopgroepje. Er is een parcours uitgezet

in een buitenwijk van de stad waar het

terrein redelijk vlak is. Ook hier fluiten de

vogels dat het een lieve lust is en tijdens

het lopen pak ik de kans om verschillende

vogels te bekijken in de tuinen. Ik geniet

van hun zang, het lopen gaat me een stuk

makkelijker af zo. Ook in de stad kondigt

de lente zich aan.

Als ik weer thuis kom, vind ik een pad op

de weg dichtbij huis. De eerste pad die ik

zie dit jaar, maar deze heeft niet zo’n

gunstig plekje uitgezocht. Hij zit in de zon

en lijkt bijna uitgedroogd. Het vel op zijn

rug ziet er een beetje blaarvormig uit. Ik

start ‘reddingsactie pad’ op en gooi het

beestje eerst nat, waardoor hij een beetje

in beweging komt, maar in de zon droogt

hij zo weer uit, dus even later zet ik hem in

het watertje dat onder ons huis doorloopt

en dat naast ons huis een kleine uitstulping

heeft. Ik zet de pad op een hoger gelegen

deel, zodat alleen zijn pootjes en

buik in het water liggen, want ik ben er niet

zeker van of hij nog wel kan zwemmen en

wil niet dat hij verdrinkt. Het beestje komt

na een tijdje weer wat bij en uiteindelijk is

hij verdwenen.

In ditzelfde watertje vond ik begin februari

al kikkerdril en wanneer ik in huis zat,

hoorde ik de bruine kikkers in het watertje

buiten. In de boeken wordt dit geluid omschreven

als het geluid van een motorfiets

in de verte en daar kan ik het wel mee

eens zijn. Ook dit gezellige geknor deed

een voorjaarsgevoel in mij ontwaken.

Toen ik uit het raam keek, zag ik het

krioelen in het watertje: de bruine kikkers

klommen over elkaar heen, enkelen paarden.

Het was één bewegende massa. Als

ik het watertje van buiten af benaderde

zag ik nog wat drukke bewegingen en

hoorde wat plonzen. Maar tegen de tijd dat

ik dichtbij was, zag ik geen enkele kikker

meer.

Er werden veel eieren afgezet vlak voordat

een koude periode met strenge nachtvorst

aanbrak. Ik besloot wat kikkerdril in weckflessen

te doen om te voorkomen dat de

eitjes allemaal zouden bevriezen. Eind januari

zag ik ook al springkikkers hun

eieren afzetten en ook van deze kikker

verzamelde ik wat kikkerdril in weckflessen.

Toen duidelijk was dat de vorst voorbij

was heb ik de eitjes weer terug gebracht

naar de watertjes waar ik ze uitgehaald

had. Het viel me op dat de eitjes die

in huis hadden gestaan iets verder waren,

maar dat het verschil met de eitjes buiten

niet erg groot was. De vorst had de eitjes

niet zichtbaar aangetast.

Tijdens mijn ochtendwandeltocht met onze

boxer Dibbes merk ik dat de vogels ook in

het bos zeer actief zijn. Ik hoor een vogel

die ik niet herken en probeer hem te zoeken.

Plots komt er een eekhoorntje in een

boom vlak voor mijn ogen naar beneden.

Aanvankelijk ziet hij me niet, maar binnen

enkele seconden kijkt hij me recht in mijn

ogen, maakt een piepend geluidje en klimt

snel weer naar boven. Gelukkig geworden

door deze plotselinge ontmoeting kijk ik

naar Dibbes die vanwege haar leeftijd wat

doof wordt en daardoor het eekhoorntje

gemist heeft. Vlug een aai over haar kop.

Ik zag de laatste tijd al vaker een eekhoorn.

Ook zij lijken weer wat actiever te

worden.

Tijdens onze wandeltocht tegen de avond

zien we twee vossen wegrennen tegen

een heuvel op. Het is waarschijnlijk een

stelletje dat in maart jongen gaat krijgen.

Ik blijf stil staan en volg de beesten die in

het struikgewas verdwijnen en prijs mezelf

gelukkig met zoveel natuurschoon om me

heen en met het feit dat ik ervan geniet. In

de winter heb ik gemerkt dat er veel vossen

bij ons leven. Een enkele keer zag ik

er een lopen midden op de dag. Ik was

verwonderd om zo’n beestje dat zich zo

veilig en alleen waant van zo dichtbij te

kunnen aanschouwen. Ik las dat vossen

de jacht overdag prefereren boven de

jacht ’s nachts. Op rustige plaatsen doen

ze dat ook. Bovendien zag ik veel sporen

van vossen toen er sneeuw was gevallen.

Een leuk voorval maakte ik mee tijdens

een wandeling met hond en katten. Toen

stak er een vos over op zo’n tien meter 

afstand voor ons op het pad. Onze kater

zette zijn rug en staart op, begon te

grommen en ging vervolgens achter de

vos aan. Dit verbaasde mij bijzonder, omdat

vossen ook katten pakken als ze de

kans krijgen. Een jager hier vertelde me

dat vossen erg dol zijn op katten en dat er

zeker vossen worden aangetrokken als je

ergens een dode kat neerlegt. Levende

katten zijn vaak te snel voor de vossen.

Onze stoere kater verkoos de aanval.

In de avond begint het licht te regenen. Als

ik naar buiten ga om wat hout voor de kachel

te pakken zie ik allemaal salamanders

voor de deur. Waarschijnlijk zijn het

kleine watersalamanders. Ze zijn erg klein

en bruinig van kleur. Ook deze beestjes

trekken net als de kikkers naar het water

om te paren. Ik moet goed uitkijken dat ik

er niet op ga staan, want ze hebben een

goede schutkleur. Spijtig genoeg zal het niet

de eerste keer zijn dat ik bovenop een

salamander of kikkertje ga staan.

De natuur geeft duidelijke signalen dat de

lente in aantocht is. Nog even en de kachel

hoeft niet meer aan, dan kan het buitenleven

ook voor ons weer beginnen.

Nog meer genieten van alle moois buiten,

de natuur intens beleven.