Lente

Gisteravond nog even samen met manlief

de honden uitgelaten. Het was warmer

dan we de laatste tijd gewend waren, rond

acht graden Celsius. En ineens waren ze

daar, de padden. Het was een drukte van

jewelste, we hoorden de knorrende geluidjes

van de padden en moesten uitkijken

waar we onze voeten plaatsten.

De padden overwinteren in hun winterkwartier:

onder boomstronken, in gaten of

holen in de grond of in houtstapels. Zodra

de temperatuur boven een bepaald minimum

uitkomt, lijkt het of ze allemaal

tegelijk wakker worden. De mannelijke

padden, ongeveer zes centimeter groot,

gaan als eerste op weg richting het water.

Hierbij treuzelen ze erg, want ze proberen

op weg naar het water al een vrouwtje te

strikken. Met vele tegelijk zitten ze op de

weg de dames op te wachten. Ik schrok

me wild toen een pad erg hardnekkig was

en telkens weer op mijn voet sprong.

Vrouwtje van het verkeerde soort, erg selectief

was deze pad niet.

De vrouwtjes, die veel groter zijn, ongeveer

acht centimeter, trekken pas later richting

het water waar de bevruchting plaatsvindt.

De voorjaarstrek gaat met pieken voort tot

ongeveer eind maart. In watertjes worden

de eieren afgezet en bevrucht. Daarna

trekken de padden naar hun zomerbiotoop.

De dames gaan terug als ze hun

eitjes kwijt zijn. De heren blijven vaak tot in

mei en hopen nog meer vruchtbaar werk

te doen. In het najaar trekken ze gezamenlijk

naar hun winterverblijven.

Maar eerst genieten van het voorjaar. Er

zullen steeds meer strengen met bevruchte

padden-eieren te vinden zijn in het meertje.

Straks de minipadjes en –kikkertjes.

Genieten van al het moois wat weer gaat

ontluiken. De lente, inspirerend!