In het vorige blog schreef ik
over de sprong reeën die ik vaak zag tijdens
mijn ochtendwandeling met hond en
katten. Een prachtig gezicht was dat altijd.
Was, want helaas, die sprong reeën is er
niet meer. Drie van de vier reeën zijn
doodgeschoten door drie jagers, gezamenlijk
op pad met hun jachthonden.
Vooraf werd ik gewaarschuwd dat de
jagers op ons terrein zouden komen om
de reeën dood te schieten. Met deze
waarschuwing werd door een vrouw van
één van de jagers aangegeven dat ik
moest uitkijken met de hond en katten. Ze
gaf het advies om goed te laten zien dat
dit huisdieren zijn door ze een felgekleurde
halsband om te doen. Anders zouden
ze door de jagers geschoten kunnen worden.
Bovendien houden jagers niet van
katten, want die pakken het wild dat de jagers
voor henzelf willen houden. Tja,
Fransen lijken alles te eten, maar of ze
ook muizen lusten?
In Nederland hoor ik van jagers het argument
dat ze de wildstand reguleren, voorkomen
dat er teveel van een bepaalde
soort komt, en dat ze alleen de zwakkere
en zieke beesten bejagen. Vreemd om
dan toch te horen dat ze ook per ongeluk
je hond kunnen neerschieten. Als het verschil
tussen een hond en een ree al zo
moeilijk te zien is, hoe kunnen de jagers
dan wel zien dat het een zieke of zwakke
ree betreft?
‘Mijn’ reeën zouden gedood worden omdat
een terreineigenaar van een aangrenzend
terrein schade had die toegebracht was
door de reeën. De door hem aangeplante
boompjes waren namelijk beschadigd. Ik
moest moeite doen om mijn woede te onderdrukken
toen de vrouw me dit vertelde.
Het terrein waarop deze boompjes zijn
aangeplant is omheind, maar in de omheining
zitten om de paar meter grote gaten
en op sommige plaatsen is de omheining
helemaal verdwenen. Op geen enkele
wijze zijn andere maatregelen getroffen
om de schade te beperken. Het meest gemakkelijk
is kennelijk om de beesten die
de schade veroorzaken, maar gewoon
dood te schieten.
Omdat ik vooraf gewaarschuwd was, wilde
ik proberen de reeën te redden door ze in
alle vroegte te verdrijven naar een andere
heuvel, ver van ons terrein. Helaas heeft
deze actie onvoldoende resultaat gehad
want drie van de vier reeën werden toch
gedood.
Bovenstaande is maar een voorbeeld van
wat ik hier zelf merk van de jacht in Frankrijk.
Het gaat hier heel eenvoudig: Beverrat
in je meer? Steenmarter onder je dak? Ik
krijg het advies om ze te vangen in een
kooi om ze vervolgens dood te (laten)
schieten. Bij een buurman aten merels de
kersen op. Zijn oplossing voor dit ‘probleem’
was om de merels dood te schieten.
Als wij zouden aangeven dat we last
zouden hebben van de kraaien, reeën, wilde
zwijnen of wat dan ook, dan komen de
jagers met alle plezier langs om het probleem
op te lossen. Als dank voor het mogen
jagen op ons terrein krijgen we dan
nog een stuk vlees toe. Minstens tweemaal
per jaar komen ze een stuk vlees
brengen aan alle landeigenaren.
Jacht in Frankrijk, je kunt er niet omheen.
Het is zo verweven in de Franse cultuur
dat ik bijna geen mannen ken die niet jagen.
Vanaf hun vijftiende mogen jongens
en meisjes zich laten opleiden tot jager.
Als ze de vergunningen hebben gehaald,
mogen ze vanaf hun zestiende zelfstandig
jagen.
Als buitenstaander vind ik het niet slim om
al te veel kritiek op de jacht in Frankrijk te
leveren, omdat ik mezelf op deze manier
buitensluit en het integratieproces nadelig
beïnvloedt. Dat wil ik voorkomen. Wel ga
ik gesprekken aan waarin ik mijn verbazing
uitspreek over het feit dat er in Frankrijk
op dieren geschoten mag worden,
terwijl in Nederland veel geld wordt uitgetrokken
voor de bescherming van dezelfde
dieren. Bijvoorbeeld de grutto, een vogel
waarvan de stand in Nederland inmiddels
dramatisch is teruggelopen maar hier in
Frankrijk en ook in Spanje mogen ze gewoon
neergeschoten worden. Ik snap dat
niet. Waar is dat Europa-verhaal dan goed
voor? Alleen voor economische afspraken?
Wat heeft het nu voor zin om in het
ene land binnen Europa beesten te beschermen
en tegelijk in een ander land
binnen datzelfde Europa toe te staan dat
ze bejaagd worden? Er bestaat wel regelgeving
over wanneer er op welke dieren
gejaagd mag worden. Toch is mij duidelijk
geworden dat jagers zich niet altijd goed
aan deze regelgeving houden. Veel van
wat geschoten wordt, is niet geregistreerd.
In 2003 is het jachtseizoen in Frankrijk
zelfs nog met zeven weken verlengd. Deze
verlenging leidde in Nederland tot protesten
omdat de Fransen wel erg tegen de
trend ingaan.
Niets is zo moeilijk als het veranderen van
een mentaliteit. In zo’n groot land denken
de inwoners dat er natuur genoeg is. Bovendien
jagen ze al sinds mensenheugenis.
En bedenk wel: dieren zijn ten behoeve
van de mens geschapen. Mensen hebben
het voor het zeggen. Dieren en planten
zijn eigenlijk maar bijwoners. Ze mogen
er zijn zolang wij er geen last van hebben.
Maar weinig mensen zeggen dit hardop,
maar ze handelen er wel naar.