Bij-drage

Alarmerende geluiden over de bijen. 

Honingbijenvolken sterven massaal, niet alleen

in Nederland, maar wereldwijd. Onderzoek

na onderzoek wordt gedaan om te achterhalen 

wat mogelijke oorzaken van deze achteruitgang zijn. 

Waarom is de honingbij

zo belangrijk? Welke bijdrage levert

de bij aan de voedselvoorziening? Wat zijn

de grootste bedreigingen voor bijen? En

wat kan er gedaan worden tegen de achteruitgang

van de honingbij.

Bijen spelen een hele belangrijke rol in de

bestuiving. Stuifmeel wordt gehaald tijdens

het nectar verzamelen op de bloemen. Uit

de nectar maken de bijen honing. Het

stuifmeel blijft ook kleven aan het

haarkleed van de bijen en bij het vliegen

naar een volgende bloem kan het stuifmeel

dat de bij bij zich draagt, weer zorgen

voor een bevruchting. Op deze manier

komt een gunstige kruisbestuiving tot

stand waardoor de plant meer, betere en

grotere vruchten en zaden zal dragen.

Naast de bestuiving van de vele wilde

planten neemt de honingbij ook een groot

gedeelte van de bestuiving van de land- en

tuinbouwgewassen voor haar rekening.

Omdat de bijen de bloemen van de wilde

flora bestuiven, zorgen zij ervoor dat allerlei

dieren in het wild te eten hebben. De

zaden en de bessen zijn in trek. Als bijen

voor de bestuiving in de land- en tuinbouw

worden ingezet, geeft dit vaak een betere

opbrengst omdat de gewassen vaak betere

vruchten en/of zaden krijgen. De enkele

beroepsimkers die Nederland nog telt,

verkrijgen op deze wijze een groot gedeelte

van hun inkomen. De honingopbrengst

is hiervoor niet meer toereikend.

Bijen leveren een flinke bijdrage aan de

voedselvoorziening voor mens en dier.

Hoe belangrijk de aanwezigheid van bijen

is voor ons leven op deze planeet, besefte

de geleerde Albert Einstein (1879-1955)

die in 1949 het volgende postuleerde:

“Wenn die Biene einmal von der Erde

verschwindet, hat der Mensch nur noch

vier Jahre zu leben. Keine Bienen mehr,

keine Bestäubung mehr, keine Pflanzen

mehr, keine Tiere mehr, keine Menschen

mehr.”

Een niet onderbouwde stelling, echter het

nut van de bij wordt door deze stelling duidelijk

onderstreept en daarmee ook de

noodzaak om de achteruitgang van de

bijenstand aan te pakken. Deze geleerde

heeft meerdere theorieën en stellingen geponeerd

die uitermate zinnig en waardevol

bleken te zijn.

Als oorzaak voor de grote bijensterfte worden

verschillende factoren genoemd. Intensivering

van de land- en tuinbouw, gebruik

van pesticiden, vermindering van onkruiden,

achteruitgang van de natuur, toename

van de menselijke bevolking en

introductie van exotische parasieten.

Bijenhouders zijn vaak hobbyisten en zijn

onvoldoende professioneel geschoold. 

Hun maatregelen tegen infecties in de bijenkasten

zijn dikwijls onvoldoende. De parasiet

varromijt kan ervoor zorgen dat een

bijenvolk ernstig verzwakt en binnen drie

jaar ten gronde gaat en ook de parasieten

nosema ceranae en nosema apis en bacterieziekten

als vuilbroed vormen een bedreiging.

Hier in Frankrijk wordt als dreiging

ook nog de Aziatische hoornaar genoemd,

die binnen een jaar een volledig

bijenvolk kan uitroeien. Ook zou nectar en

stuifmeel uit genetisch gemodificeerde gewassen

schadelijk kunnen zijn voor bijen en door 

straling van zendmasten voor mobiele 

telefonie zou de oriëntatie en het

leervermogen van bijen aangetast kunnen worden.

Om de achteruitgang van de bijenstand

aan te pakken is meer onderzoek nodig

naar de effecten van alle genoemde factoren

op de bijenstand. Verder dienen de imkers

betere voorlichting te krijgen. De

resultaten van het onderzoek zouden gepubliceerd

moeten worden in de verenigingsbladen

zodat zij op de hoogte blijven

van de ontwikkelingen. Bovendien is de

scholing van imkers voor verbetering vatbaar.

Eveneens is het wenselijk dat er

meer (jonge) imkers bijkomen. Ten slotte

moet er gezorgd worden voor meer stuifmeel

gedurende het hele seizoen door

een toename van bloemen in openbare

ruimtes en de aanplant van bloeiende bomen

die voor bijen zo belangrijk zijn. Voorbeelden

hiervan zijn onder andere lindebomen,

wilgen en tamme kastanje.

Samengevat: de achteruitgang van de bijenstand

is een veelzijdig probleem. Veel

factoren kunnen wij als individu niet zelf

aanpakken. Toch kunnen wijzelf wel iets

doen: de aanplant van nectarrijke bloemen,

bloeiend onkruid laten staan en het

aanplanten van bloeiende (fruit) bomen.

Een ander mogelijkheid is het volgen van

een cursus imkeren en zelf één of meer

bijenkasten plaatsen. Zelf loop ik tegenwoordig

mee met een imker, weliswaar

een hobbyist. Ik heb hem bijenkasten op

ons terrein laten zetten naast de door ons

aangelegde wilde bloemenweide en onder

de hier veel voorkomende tamme kastanjes.

Een eerste stap is gezet, mijn geringe

bij-drage. Nu nog zelf leren imkeren?