Regelmatig loop ik langs ons meertje,
want er is altijd veel te zien. Het is ongeveer
1000 vierkante meter en erlangs
loopt een riviertje. Het meertje is ongeveer
twee meter diep. Op ons terrein bevinden
zich enkele bronnen. Daarom hebben we
geen waterleiding, maar gebruiken we
water uit een eigen bron, lekker, zonder
chloorsmaak. Dit in tegenstelling tot het
kraanwater van de omgeving. Het water
uit de andere bronnen op ons terrein
stroomt in het meertje en vanuit dit waterbekken
weer het riviertje in. Er is hierdoor
altijd toevoer van vers water en het water
is altijd enigszins in beweging. Hierdoor is
het een uitstekende leefomgeving voor
veel dieren.
In het water zijn allerlei waterdiertjes te
zien en het trekt ook andere dieren aan.
Vorig jaar rond deze tijd zag het water
zwart van de kikkervisjes die erin zwommen.
Iets later in de tijd liepen overal op
het terrein allemaal mini-kikkertjes rond,
waardoor het eigenlijk onmogelijk was om
een stap te zetten zonder op de springertjes
te trappen. Vorig jaar broedden er
ook waterhoentjes, maar vanwege een
zeer stevige hoosbui steeg het waterniveau
in het meertje voor korte tijd en is het
nest verloren gegaan. Ik had nog zo’n
goede hoop op een grote familie waterhoenen.
Met het nest verdwenen ook de
waterhoentjes.
Dit jaar zie ik veel minder kikkervisjes dan
vorig jaar. Toch zwemmen er veel kikkervisjes
van kikkers en padden en daar tussendoor
ook salamandertjes. Als het donker
is zie ik veel activiteit van vroedmeesterpadden
en salamanders rondom ons
huis. Ze lijken allemaal op zoek naar een
partner en onderweg naar het meertje. Ik
zie in het water ook al kikkervissen van
vroedmeesterpadden zwemmen.
Op en boven het water allerlei waterinsecten,
die ik niet bij naam kan noemen.
Ik zie veel soorten libellen en juffers rondvliegen
en langs de rand van het meertje
ook allerlei vlinders, die worden aangetrokken
door de bloemen aan de kant.
Muggen komen hier nauwelijks voor, wat
waarschijnlijk te maken heeft met de
diepte van het water en mogelijk met de
vele insectenvangers rondom. Vissen heb
ik niet gezien in ons meertje, al zie ik wel
regelmatig een beestje naar de oppervlakte
komen. Dan lijkt het lucht te happen
en schiet weer naar beneden. Geen idee
wat voor beestje dat is, maar het gaat erg
snel.
Zoals ieder jaar zijn er ook weer jonge
eendjes. Een moeder zwemt nu rond met
drie grote jongen en er ik heb net een
moeder ontdekt met elf piepkleine jongen.
Eerder in de tijd vond ik al delen van eendeneieren
in het weiland naast het meertje.
Niet alle eieren komen uit en niet alle
pullen komen groot. Er liggen immers veel
rovers op de loer zoals buizerds, kraaien,
gaaien, reigers, wezels, vossen, slangen,
marters en dassen. In een boekje las ik
dat de vrouwtjeseenden de woerden op
afstand houden als er jongen zijn, maar bij
ons zie ik iets heel anders gebeuren. Er
zwemmen verschillende woerden tussen
de jongen door en zij beschermen de jongen
duidelijk. Ze worden onrustig bij gevaar
en proberen de jongen dan in veiligheid
te brengen door ze naar de omgevallen
boom te leiden die nog steeds in het
water ligt. Deze wordt goed gebruikt om
onder te schuilen door de eenden.
In het meertje ligt een klein eilandje met
enkele keien en wat begroeiing daarop. Ik
heb het vermoeden dat hier een paartje
witte kwikstaarten een nestje heeft, want
ze zijn dagelijks erg actief met insecten
vangen boven het water en in het weiland.
Het lijkt erop dat ze op het eilandje aanvliegen.
Boven het water zijn ook andere
vliegen vangende vogels: grote gele kwikstaarten
en af en toe een paar zwaluwen.
Dit jaar zie ik beduidend minder zwaluwen
dan andere jaren. Ook ijsvogels heb ik dit
jaar nog niet gezien of gehoord.
Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik na het
verlies van mijn trouwe boxer-vriend(in)
Dibbes minder uitgebreide wandelingen
maak, waardoor ik de indruk heb veel dingen
te missen. Zo heb ik dit jaar ook maar
eenmaal de wielewaal gehoord.
Het eiland wordt ook bewoond door ongewenste
gasten, namelijk beverratten. Zij
hebben nesten gegraven aan de zijkant
van het eiland. Als ze een hol uitgraven in
de rand tussen het meertje en het riviertje,
hebben we een groot probleem, maar het
lijkt erop dat ze dat tot nu toe nog niet
doen. Beverratten komen oorspronkelijk
uit Zuid-Amerika. Ze hebben hier geen natuurlijke
vijanden, waardoor ze zich razendsnel
voortplanten en verbreiden over
Europa. Ze komen inmiddels ook al in Nederland
voor. De beverratten worden hier
gevangen en gedood, omdat ze de wanden
van de meren en rivieren vernielen en
omdat ze geen natuurlijke vijand hebben.
Ook in Nederland gebeurt dit. Ik zie regelmatig
beverratten in ons meertje rondzwemmen,
gewoon tussen de eenden
door, een mooi gezicht, het zijn behendige
zwemmers. Soms grazen ze in de wei.
Normaal gesproken worden deze beesten
pas actief als het donker is, maar vanwege
de rust op ons stekje laten ze zich hier
overdag ook zien. Dit jaar zag ik een moeder
met vijf en een moeder met drie jongen.
Deze jongen zijn ook al weer heel vlot
vruchtbaar.
Regelmatig vind ik aan de rand van het
meertje sporen van dieren die er ‘s nachts
kennelijk iets komen drinken of op zoek
zijn naar een lekker hapje. Reeën komen
zeker water drinken en ik zie ook sporen
van wilde zwijnen en vossen.
Een vijver, meertje of rivier in de tuin of op
het terrein voegt veel natuurwaarde toe.
Het trekt allerlei dieren aan, waardoor de
variëteit toeneemt. De insecten die erdoor
worden aangetrokken, lokken weer vogels
en worden ook door andere dieren gegeten.
Dieren die in water leven, krijgen kansen,
maar ook dieren die water willen
drinken. Water doet leven, het is onmisbaar
en een bron van leven.