Het toeristenseizoen is weer voorbij, de
gasten zijn vertrokken. Allen zeer tevreden
en erg enthousiast. Een van de gasten,
een beetje een stoere man, verbaasde mij
door een opmerking die hij maakte: ‘Het
klinkt misschien gek, maar ik kan zo genieten
van de stilte hier, je hoort hier niets
dan geluiden uit de natuur. Ik had het niet
van mezelf verwacht, maar ik geniet er gewoon
van’. Hij leek zich er bijna voor te
verontschuldigen. Ook ik had dit van hem
niet verwacht en daarom raakte het me
des te meer.
De plekjes waar je niets dan natuur hoort,
worden steeds schaarser. Waar vind je
nog een plaats waar je geen auto’s hoort,
of treinen, vliegtuigen, machines? Geluiden
geproduceerd door mensen.
Nu de gasten weer zijn vertrokken, valt het
ons weer op: de rust en stilte. Het waaien
van de wind door de boomtoppen, het
kabbelende riviertje altijd op de achtergrond
aanwezig. Vogels, hagedisjes,
muisjes ritselen in het gras, in de struiken
en bomen. Hommels bestuiven de bloemen
met een zoemend geluid. Het karakteristieke
geluid van krekels alom.
Tsiii, de ijsvogel kondigt zijn komst aan.
Boven het meertje ineens een blauwe flits,
op zoek naar waterinsecten, want vissen
zitten er niet in. Dagelijks horen en zien
we deze tropisch ogende vogel boven het
meertje of het riviertje of soms op een
paaltje naast het meertje. Blauw met oranje
en zo klein, maar vaker te horen dan te
zien.
Piep, piep, piep, een jonge eend zwemt
druk rond in het meertje en is waarschijnlijk
zijn moeder kwijt. Veel eenden zagen
we groot worden in ons meertje. In totaal
zeventien, maar de verliezen waren ook
groot: veel jongen hebben het niet gered.
Eerder in het jaar het gesnater van de
eend, de ‘verkrachtings-praktijken’ van de
eenden. Met meerdere woerden tegelijk
werd het wijfje gepakt. Kennelijk vond ze
dit niet al te bezwaarlijk, want ze had genoeg
mogelijkheden om te ontsnappen. Ze liep dan
luid snaterend verder en keek af
en toe achterom of de woerden haar nog
wel volgden.
’s Avonds en ’s nachts heel andere geluiden.
Donker is echt donker en het lijkt of
er veel meer sterren te zien zijn dan in
Nederland. Eerder in het jaar de karakteristieke
paarroep van de vroedmeesterpadden,
een eentonig maar melodieus geluid
dat doet denken aan het geluid dat geproduceerd
wordt als je met een natte vinger
over de rand van een kristallen wijnglas
strijkt. Zodra de schemering valt,
soms ook overdag en zeker ’s avonds en
’s nachts zijn deze padden te horen. In augustus
doofde het geluid, eind augustus
was de behoefte om te paren voorbij.
Maar het werd niet stil.
Nu horen we ’s avonds vaak de familie
bosuil. In de verte roept het mannetje:
oeh-oeh-oeh, oeoeoeoehoehoe! Dichtbij
de schrille kreet van moeder bosuil en
kreetjes van jonge bosuilen vanuit verschillende
hoeken. Ze roepen elkaar toe
en verkennen op deze manier de omgeving.
Een paar keer had ik het geluk om in
de schemering een bosuil te zien wegvliegen
vanuit een boom dichtbij ons huis.
Het kabbelende riviertje is erg rustgevend,
maar na een paar stevige buien wordt het
kabbelen wat heftiger. De waterstand is
dan ook duidelijk hoger. Het meest opvallende
is echter het geluid: het water buldert
dan voort. Aanvankelijk angstaanjagend,
maar er zijn geen overstromingsgevaren,
waardoor ik er nu van kan genieten.
Hij had gelijk, onze stoere gast, het is genieten
met al die geluiden om ons heen.
Iedere keer weer nieuwe geluiden ontdekken,
steeds meer luisteren in plaats van
horen. Genieten. Ik wens het een ieder
toe!